Boekennieuws.

De Johan Polak Poëzie Prijs van 50.000 euro is de nieuwe jaarlijkse onderscheiding voor een dichtbundel, en de grootste poëzieprijs in Nederland. Sasja Janssen wint de prijs met haar dichtbundel Virgula (2021).

Dankzij een boek uit 1949 zag ik afgelopen week opnieuw de ware aard van het Poetin-regime. Dat boek, dat ik zo nu en dan herlees, raad ik dan ook iedereen aan.

De verhalen in Tegen beter weten in gaan telkens over schuld en boete – waardoor je een gretige leeshouding krijgt, benieuwd naar wat debutant Mik rond dat thema verzint.

De verhalen in Waanbeelden zijn allemaal ingeblazen door een vergelijkbaar gegeven: personages die in de problemen belanden doordat ze zich iets in het hoofd hebben gehaald dat niet strookt met de realiteit.

Jongeren zorgen onder het raam van een kunstenaar voor overlast. Over zijn reactie daarop – en waar die allemaal voor staat, van gentrificatie tot heteronormativiteit – gaat het scherp satirische en rijk gelaagde Man maakt stuk.

De meeste stormachtig opgekomen politieke en maatschappelijke bewegingen van de afgelopen vijftien jaar zijn vruchteloos gebleken. In twee boeken wordt de balans opgemaakt en de vraag gesteld: wat zou wél kunnen werken?

In het eerste deel van een zevenluik van deze Deense schrijver, dat zich afspeelt tegen de achtergrond van een scheepsramp, maakt een echtpaar elkaar het leven onmogelijk.

Voor haar boek onderzocht cultuurhistoricus Lotte Jensen hoe er in het verleden in Nederland op rampen werd gereageerd. „De watersnoodramp van 1825 werd gebruikt om het beginnend nationalisme in Nederland vorm te geven.”

In zijn biografie van Frantz Fanon laat Adam Shatz het beeld van de zeer invloedrijke ideoloog van de dekolonisatie overeind staan, maar heeft hij ook oog voor diens minder bekende kanten.

‘De Nachtwacht’ op een open wagen, kunstbunkers in de duinen: een pas verschenen boek vertelt over de bescherming van kunstschatten in de Tweede Wereldoorlog. Op de dag van de invasie, 10 mei 1940, was nog maar één kunstbunker afgebouwd.